Wie komt in aanmerking voor verlenging groot rijbewijs?
Array
Onlangs is de ‘’Regeling eisen geschiktheid 2000’’ gewijzigd, waardoor minder strenge eisen gelden ten aanzien van de rijgeschiktheid van personen die lijden aan diabetes mellitus. Met name voor bestuurders met een “groot†rijbewijs (bestuurders van een motorrijtuig van de categorieen C, C + E, D en D + E) is er veel veranderd. Dit heeft met name voor beroepsmatige chauffeurs van grote voertuigen positieve gevolgen.
Mr. L.M. Parisius, advocate bij Hekkelman Advocaten te Arnhem, zet de belangrijkste wijzigingen op een rij.
Achtergrond
Tot voor kort kon iemand met diabetes mellitus slechts in zeer uitzonderlijke gevallen in aanmerking komen voor een verlenging van het groot rijbewijs. Eén van de voorwaarden die gesteld werd, was dat deze persoon vrij moest zijn van complicaties aan ogen, zenuwstelsel of hart en bloedvaten. Of deze complicaties gevolgen hadden voor de rijgeschiktheid of niet, was niet relevant. Het simpele feit dat sprake was van een complicatie (iedere bijkomende ziekte als gevolg van diabetes) was voldoende voor het CBR om te oordelen dat deze persoon niet in aanmerking kwam voor verlenging van het rijbewijs.
Schrijnende gevallen
Dit leidde tot zeer schrijnende gevallen, waarbij personen met een complicatie die in het geheel geen invloed had op hun rijgeschiktheid hun groot rijbewijs niet verlengd kregen. In het geval van een client van mij, een vrachtwagenchauffeur die lijdt aan diabetische retinopathie, werd geoordeeld dat zijn groot rijbewijs niet verlengd werd op grond van het feit dat hij een complicatie had aan zijn ogen. Deze beslissing had verstrekkende gevolgen voor mijn client, omdat hij binnen het bedrijf waar hij werkzaam was geen andere functies kon vervullen dan die van vrachtwagenchauffeur, terwijl vrachtwagen rijden zijn lust en zijn leven was. Dit specifieke geval was des te schrijnender, omdat de complicatie geen consequenties had voor zijn gezichtsvermogen en zijn oogartsen hem wél geschikt hadden bevonden voor een groot rijbewijs.
Mijn client en zijn werkgever wilden het er dan ook niet bij laten zitten. Na een spannende procedure waarin wij stelden dat de wetgever nooit diabetici met complicaties per definitie had willen uitsluiten voor een groot rijbewijs, werd mijn client door de rechtbank in het gelijk gesteld. De rechter was van mening dat het groot rijbewijs van mijn client verlengd diende te worden. Het CBR stelde vervolgens hoger beroep in tegen het vonnis van de rechtbank. De uitkomst van deze procedure is nog onbekend, maar belangrijk is dat de ‘’Regeling eisen geschiktheid 2000’’ inmiddels is gewijzigd.
Het bleek namelijk dat niet alle EU-lidstaten dezelfde normen hanteerden ten aanzien van het bovenstaande. Dit leidde tot oneerlijke situaties waarbij chauffeurs met diabetes en complicaties in bepaalde landen wél het groot rijbewijs verkregen, terwijl diezelfde bestuurders in andere EU-landen zouden worden uitgesloten van verlenging.
Voor wie geldt dit?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen personen die middelen gebruiken die geen hypoglycemieen (hypo’s) kunnen veroorzaken enerzijds en personen die middelen gebruiken die dat wél doen, zoals insuline, anderzijds. Dit onderscheid houd ik dan ook aan:
Bij behandeling met middelen die doorgaans géén hypo’s kunnen veroorzaken:
- personen die vrij zijn van complicaties: maximaal 10 jaar verlenging
- bij complicaties: maximaal 5 jaar verlenging
- bij ernstige functiestoornis van de ledematen: na een positieve rijtest maximaal 3 jaar verlenging
In alle gevallen geldt dat de personen door de keurend arts moeten worden goedgekeurd en dat tenminste iedere 10 jaar een rapport van een oogarts noodzakelijk is.
Bij behandeling met middelen die wél hypo’s kunnen veroorzaken:
- In het jaar voor aanvraag verlenging mag men geen hypoglecemie hebben gehad die de hulp van een ander persoon behoefde, én
- men moet op de hoogte zijn van de risico’s van een hypoglecemie, én
- men moet hypoglecemieen goed voelen aankomen en in staat zijn daarmee adequaat om te gaan, én
- men moet minstens tweemaal per dag en op relevante momenten tijdens het besturen aan zelfcontrole doen door middel van een bloedglucosetest, én
- men mag geen ernstige complicaties hebben.
Bij iedere aanvraag is een onderzoek door een internist vereist en ten minste iedere vijf jaar is een rapport van een oogarts noodzakelijk. De maximale geschiktheidstermijn is drie jaar. De term “ernstige complicaties†is nog niet nader gedefinieerd. Wanneer sprake is van een ernstige complicatie zal afhangen van de omstandigheden van het geval, maar met de nieuwe regeling is een belangrijke stap gezet naar acceptatie van diabetici in het verkeer.
Bron: mr. L.M. Parisius, advocate bij Hekkelman Advocaten te Arnhem, gespecialiseerd in aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht & DVN
