Dr. Caroline van Heugten leidt studies op het gebied van revalidatie na hersenletsel

Array

Twee subsidies voor onderzoek naar hersenletsel
Dr. Caroline van Heugten van onderzoeksinstituut Mhens, onderdeel van het Maastricht UMC+, heeft in totaal ruim twee miljoen euro aan subsidie binnengehaald voor twee verschillende studies op het gebied van revalidatie na een hersenletsel.

Voor onderzoek naar sociale re-integratie van mensen die de nadelige gevolgen ondervinden van een beroerte (of herseninfarct), hebben Van Heugten en haar mede-onderzoekers 1.130.000 euro subsidie gekregen van het VSB-fonds. Het onderzoeksprogramma, Restore4Stroke genaamd, is niet alleen gericht op de slachtoffers van een beroerte zelf, maar ook op hun naasten. Ook de partner moet namelijk leren leven met eventuele blijvende beperkingen na de beroerte. Het uiteindelijke doel van het onderzoeksprogramma is om mensen die een beroerte hebben gehad en hun naasten, beter te laten revalideren en daarmee sociaal te laten re-integreren. Om dat te bereiken zijn de volgende subdoelstellingen geformuleerd:

  1. Het in kaart brengen van de psychosociale gevolgen tot twee jaar na een beroerte bij patienten en hun naasten, en het signaleren van factoren die de sociale re-integratie kunnen belemmeren of bevorderen.
  2. Vaststellen welke mensen risico lopen op (ernstige) psychosociale problemen na een beroerte, zodat deze in de toekomst vroeg kunnen worden geïdentificeerd en gericht behandeld.
  3. Het verminderen van stemmings- en angstklachten bij patienten
  4. Het vergroten van het vermogen bij patienten en hun partners om problemen actief op te pakken ter bevordering van hun maatschappelijke participatie.

Met de uitkomsten van het onderzoeksprogramma verwachten de onderzoekers in 2014 gericht te kunnen adviseren over verbeteringen in de revalidatiebehandeling na een beroerte.

In Restore4Stroke werken de volgende onderzoeksinstituten nauw met elkaar samen: onderzoeksinstituur Mhens (School for Mental Health and Neuroscience) van het Maastricht UMC+, UMC St. Radboud Nijmegen en het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht.

Het andere programma waarvoor Van Heugten subsidie heeft binnengehaald, behelst een onderzoek naar zogenoemde cognitieve revalidatie na een beroerte. Hiervoor komt 900.000 euro beschikbaar uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Daar wordt trouwens nog eens 600.000 euro aan toegevoegd door de maatschappelijke en wetenschappelijke partners in het onderzoeksprogramma.

Cognitieve revalidatie is een vorm van behandeling die zich richt op de cognitieve gevolgen van hersenletsel. Dat hersenletsel kan ontstaan door een beroerte, een ongeval, een tumor, zuurstoftekort in de hersenen of de ziekte van Parkinson. Nederland telt maar liefst een half miljoen mensen met een dergelijk niet-aangeboren hersenletsel. Dat letsel kan leiden tot cognitieve tekorten, zoals geheugenstoornissen, moeite om twee dingen tegelijk te doen, problemen met plannen en organiseren etc.

In het onderzoeksprogramma zijn twee onderzoekslijnen uitgewerkt: enerzijds wordt de vraag opgeworpen of effectieve vormen van cognitieve revalidatie breder kunnen worden toegepast, en anderzijds wordt onderzocht of er factoren zijn die het succes van cognitieve revalidatie beïnvloeden. De onderzoekers hopen over vier jaar nieuwe behandelprotocollen en een verbeterde indicatietelling voor cognitieve revalidatie te kunnen presenteren.

Ook dit onderzoek is een samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke instituten, te weten het Maastricht UMC+, UMC Utrecht, UMC Groningen, UMC Radboud en het Erasmus MC. In beide onderzoeken is dr. Caroline van Heugten programmaleider.

Maastricht UMC+

Met ingang van januari 2008 zijn het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht gefuseerd tot het achtste universitair medisch centrum van Nederland. De nieuwe organisatie heet Maastricht UMC+.
Het Maastricht UMC+ heeft als kerntaken: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs en opleiding. Daarin nemen, naast de standaard patiëntenzorg, topklinische zorg en topreferente zorg een belangrijke plaats in. Deze zijn nauwgezet afgestemd met het fundamenteel en het (experimenteel) klinisch onderzoek. Dit resulteert in de klinische onderzoeksspeerpunten hart en vaten; oncologie, chronische ziekten en geestelijke gezondheidszorg en neurowetenschappen.

Recente artikelen