Fietshelm onvoldoende om tegen ernstig hoofdletsel te beschermen
ArrayWouter Weylandt overleed door een val in de Giro d’Italia. Hij raakte met zijn pedaal een muur langs de weg, kwam ten val en sloeg met zijn hoofd tegen het asfalt. Hij had een open schedelbreuk en verschillende verwondingen in het aangezicht.’
Weylandt droeg hij een helm. SEHarts Luc Beaucourt stelt in de Standaard dat zelfs de beste helm je niet kan beschermen bij dit soort impact. ‘Als je in een afdaling als deze met je hoofd op het asfalt smakt is een zware verwonding niet te vermijden, zelfs niet met de allerbeste helm. Helmen zijn gewoon niet bestand tegen dergelijke zware slag. Je krijgt een eerste verwonding op de plaats van de impact en nagenoeg altijd een tweede aan de andere kant van de schedel, de zogenaamde contre-coup. Zelfs als de helm niet breekt.’
Na het dodelijke ongeval van Wouter Weylandt laait de discussie op over actieve promotie van de fietshelm. De Fietsersbond heeft al lange tijd gerede twijfel over nut en noodzaak van de fietshelm. Wielertoeristen en wielrenners lopen risico’s waar ze onvoldoende tegen beschermd zijn. Schedelbreuken komen bij fietsers vaker voor. Een fietshelm biedt te weinigbescherming. Hij bevat nauwelijks meer dan wat piepschuim en is onvoldoende voor de veiligheid.Promotie van de fietshelm of een helmplicht zal ontegenzeggelijk gepaard gaan met een appèl op het gevaar van fietsen. Dat is zeer ongewenst in een land waar de fiets voor 12 miljoen mensen een heel gewoon, makkelijk, plezierig, veilig en gezond dagelijks vervoermiddel is. Zeker voor mensen die niet met de fiets zijn opgegroeid, en die we graag op de fiets hebben, zal het een afschrikkende werking hebben.
De fietshelm is ontworpen voor klappen tot 20 km/h en helpt dus voornamelijk bij eenzijdige ongevallen. De meeste fietsers die zoiets overkomt hebben weinig letsel omdat hun snelheid laag is. Uit onderzoek blijkt dat ernstig hoofdletsel vooral voorkomt bij slachtoffers die door een auto aangereden zijn en bij wielrenners en mountainbikers. Zo’n fietshelm kan een klap met zestig of zeventig per uur niet opvangen. Anders dan vaak gesuggereerd, vormen (jonge) kinderen niet de grootste groep slachtoffers. In gebieden waar de fietshelm verplicht is, daalt het risico op hoofdletsel niet, het fietsgebruik wel.
Fietsers met een helm op zijn vaker betrokken bij ongevallen dan fietsers zonder helm op. Het promoten van de fietshelm leidt dus tot meer risico voor fietsers om in het ziekenhuis te komen.
Een fietshelm helpt niet bij de meest gevaarlijke ongevallen: botsingen met gemotoriseerd verkeer. Als kinderen, ouders en het snelverkeer die illusie krijgen, leidt dat tot risicovol gedrag en dus tot meer gevaar.
De gemiddelde gezondheidswinst door dagelijks fietsgebruik is veel hoger dan het verlies aan gezondheid door ongevallen. Omdat een helmplicht of het promoten van fietshelmen tot minder fietsgebruik leidt, is het effect hiervan op de volksgezondheid negatief.