Behandelaren zijn ambivalent over de indicatiestelling

Array

Al een tijd lang woedt er een discussie over de vraag, of indicatiestelling terug moet naar professionals zoals de wijkverpleegkundige. Naar aanleiding hiervan reageerden voorzitter Saskia van de Merwe en secretaris Marc Heus van het bestuur van de Vereniging van Indicerende Artsen (VIA) met onderstaande mail. “Naar ons oordeel draait de indicatiestelling om de rechtvaardige verdeling van schaarse goederen. De wijze waarop de indicatiestelling plaatsvindt, hangt af van de ‘polisvoorwaarden’ van de betreffende regeling. Als daar psychosociale aspecten een rol in spelen, zoals in de WMO, dan horen die daarin thuis. Het werkveld zal dan moeten zorgen voor een zorgvuldige, objectieve weging van die aspecten. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat elk psychosociaal probleem tot een voorziening leidt. Als de sociale omstandigheden niet onder de polisvoorwaarden vallen, zoals in andere wetten, dan moet dat ook geen rol spelen in de beoordeling. Zo die aspecten daar onterecht wel in betrokken worden, leidt dat tot uitholling van de polisvoorwaarden en tot oplopende kosten. Voor een rechtvaardige en zorgvuldige indicatiestelling is die deskundige nodig, die beschikt over de vaardigheden, die conform de polisvoorwaarden vereist zijn. Helaas noemen de polisvoorwaarden niet altijd duidelijk een functie en/of deskundigheidsniveau , wat aanleiding is tot deze discussie als in jouw Nieuwsbrief. Behandelaars zijn ambivalent. Zij willen de indicatiestelling niet altijd zelf doen, omdat het hun behandelrelatie met de patient in gevaar kan brengen. Zolang het indicatiebesluit positief is, zal dat de behandelrelatie niet schaden, doch bij een negatief advies vereist dat uitleg aan de patient om een goede relatie te kunnen handhaven. Het kan voor behandelaars ook gebruikt worden om het behandelplan te ondersteunen. (…) Het is begrijpelijk dat bij gebrek aan een zorgvuldige, onafhankelijke indicatiestelling behandelaars de indicatiestelling naar zich toe willen trekken. En dit gebeurt veelal niet omdat de behandelaar het beter, socialer of anderszins kan, doch omdat het frustrerend werkt als er onjuiste, onwerkbare adviezen afgegeven worden, waar behandelaar en patient hinder van ondervinden. Het vereist dus samenwerking en afstemming met de vele deskundigen in het werkveld, zowel aan indicerende als curatieve zijde, om te komen tot een rechtvaardige verdeling van de schaarse goederen, welke behandeling, hulp en voorzieningen tegenwoordig helaas zijn. De VIA zal haar bijdrage blijven leveren aan de, voorlopig nog niet beeindigde, politieke en maatschappelijke discussie over indicatiestelling. We hopen verder dat jouw nieuwsbrief daar ook de vertrouwde bijdrage aan kan leveren.” Tot zover Saskia van de Merwe en Marc Heus.

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen