Bij hartfalenpatiënten: alleen telemonitoring indien ketenzorg reeds bestaat

Array

Een  hartfalen polikliniek zonder intensieve contacten en taakverdeling met huisartsen heeft geen toekomst. Aan de andere kant heeft telemonitoring van hartfalenpatienten vanuit de eerstelijn geen toekomst zonder aansluitende  zorgpaden met cardiologen. Dat is niet verantwoord. Want hartfalen is een ernstige aandoening, die kan leiden tot sneldiagnostiek en spoedopnamen in het ziekenhuis. Tenslotte: losstaande telemonitoring projecten van hartfalen patienten zonder ervaring met samenwerking tussen huisartsen en cardiologen hebben weinig zin. Men kent elkaar niet en er wordt alleen per patient geïmproviseerd. En dat kost veel tijd. Deze zinnen omschrijven in telegramstijl de uitkomsten van een brainstormsessie over de vraag: Kan zorg op afstand voor hartfalen een plaats krijgen binnen de eerstelijn? Deze vraag komt aan de orde in de scriptie van zesdejaars geneeskunde  student Emma van Bussel, die bij ondergetekende afstudeert. Zij had iedereen met verstand over deze vraag uitgenodigd op 23 april op het Julius Centrum. Twaalf personen van onder meer Philips en Achmea hadden de uitnodiging geaccepteerd en gingen twee uur verwoed met elkaar aan de slag. Uit de sessie pikte ik het volgende op. Op dit moment bestaan er vele hartfalenpoli’s bij ziekenhuizen. Voor de ziekenhuizen zijn deze poli’s verliesgevend. En voor de cardiologen niet; zij halen soms een kwart van hun inkomsten uit deze poli’s. Sommige poli’s hebben zorgpaden met de eerstelijn. Het loont de moeite om deze poli’s te ontdekken en daar telemonitoring programma’s op te zetten. Omgekeerd: in de eerstelijn bestaan tal van cardio-vasculaire risico management (CVRM) –programma’s. Die zijn veel breder en bieden  andere zorg dan een hartfali-polikliniek. Toch zijn er CVRM-programma’s die samenwerken op het terrein van hartfalen. Het is de moeite waard deze CVRM –programma’s met contacten met de tweedelijn te detecteren en daar telemonitoring te starten. Vraag aan jou, beste Nieuwsbrieflezer, leid jij een hartfalen poli met goede, hartelijke contacten met huisartsen? Of leid jij een CVRM programma met goede, plezierige contacten met de plaatselijke cardiologen over hartfalen? Wil jij dan een mail sturen naar [email protected] Want dan ben jij een aantrekkelijke partner voor telemonitoring van hartfalen patienten. Tot zover dit bericht. Op het Julius congres over recente ontwikkelingen in de chronische zorg op 29 juni, hebben telemonitoring en ketenzorg een prominente plaats. Wil je in één dag weten, wat er speelt? Kom dan naar dit congres van Vilans en de Julius Academy.

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen